Gegen die Rotwand
We hebben een wandeling gepland in de Dolomieten, eindelijk dan. Bert merkt terecht op dat de Dolomieten een deelverzameling zijn van de Alpen, maar dat ik door mij jeugd historie denk dat het andersom is… Tsja zo werkt dat met dingen die je op jonge leeftijd met de paplepel krijgt ingegeven. De wandeling bevindt zich 25 kilometer van Bolzano dus net zover als Merano maar dan de andere kant uit.
Het is een wandeling uit het Bolzano wandel boekje en deze zou qua afstand, tijd, stijging en daling te doen moeten zijn. Helaas is er vrij direct nadat we Bolzano uit rijden een omleiding omdat de weg opgebroken is, en nog meer helaas heeft onze wegwijzer mevrouw die niet op tijd door en we zitten op een stijgende zeer krappe weg waar we niet kunnen keren. Het aantal kilometer dat we nu volgens ons wegwijs systeem moeten rijden om op onze plek te komen verandert van 25 naar 45 kilometer, en de beoogde aankomst tijd zou 11uur zijn. We kunnen niets anders doen dan door rijden, dus genieten we maar van de prachtige uitzichten die op deze route voorbij komen. Enorme uitgestrekte groene Alpen weides, indrukwekkende rotsmassieven die overal boven uitsteken en heel veel wandelaars, die met dikke mutsen jassen en handschoenen aan op pad gaan. Nu moet je je voorstellen dat wij op onze zonnige camping bij ons vertrek besloten hadden om met korte broek en hemd onder een fleecevest te gaan wandelen. Waren deze mensen aan het overdrijven of wij? We zullen het snel genoeg te weten komen.
Dank zij de omleiding komen we door plaatsen waarvan wij zeggen, nou hier willen wij ook wel wandelen als we niet goed uitkomen (bijvoorbeeld San Cipriano) , rotsen om u tegen te zeggen, schattig dorp helemaal in de ban van de wandelcultuur. Dat ziet er uit als een bijenkorf waar telkens kleine clubjes mensen uitvliegen vastberaden op weg naar de hoogste mooiste en vruchtbare plek om je aan op te laden, laven en energie van mee te nemen en op te slaan in je eigen acuutje.
We moeten nog klein stukje door, maar komen dankzij de omleiding precies op de goede plek uit: de FrommelAlm(1743m) hier vandaan vertrekt een enorm lange stoeltjes lift (2persoons) naar een bergstation tegen een rotsmassief aan. Dit massief ziet zo indrukwekkend uit dat het je de adem beneemt. De angst om in een stoeltjes lift omhoog te gaan zorgt in ieder geval niet voor een catatonische verlamming, maar ik volg wel even zeer minutieus bert z’n instructies over waar ik m’n rugzak moet houden, m’n voeten moet doen. We zitten eerst nog heel optimistisch te zijn in onze korte broekjes, in de zon gaat het nog wel. Maar eenmaal op hoogte in de schaduw met een gemene wind om onze oren en benen weten we dat we een verkeerde beslissing beneden in het dal gemaakt hebben. Helemaal boven(2337m) is het ijzig koud en snerpt de wind inderdaad om ons heen. We stappen snel richting ons pad om de Kolner hut heen naar onze eerste steile klim. De route die we zouden moeten hebben staat daar niet meer aangegeven en de enige klim die aangegeven wordt is een klettersteig. We zien mensen voor ons met handen en voeten rotsen vastpakkend een soort schoorsteen in gaan. Nu verstijf ik wel niet alleen van kou maar ook van angst, op een dergelijke manier omhoog zie ik niet zitten dus we keren op onze schreden terug en doen een andere wandelpoging rondom het Rotwand massief, want zo heet het massief. Deze route wordt door de meeste mensen belopen en zou anderhalf uur duren langs de rotswand een beetje omhoog en omlaag. Op enig moment is er een enorme opstopping van mensen aan de wand, mensen die terug komen en mensen die heen willen en er is maar plaats voor een paar voeten op het pad langs de bergwand. Als ik dit geklungel en gestuntel van deze groepen mensen langs elkaar zie krijg ik wederom knikkende knieën, iets wat je op zo’n moment zeker niet moet hebben. Het zal een tijd duren voordat de ene groep de andere groep gepasseerd is, dus met die knikkende knieën aan mijn benen besluit ik om ook deze wandeling niet door te zetten, ik zie het in deze massa’s niet zitten om op een stuntelige manier langs elkaar te moeten manoeuvreren met aan een kant een enorme afgrond…
We besluiten om de 600 meter, die we met de lift omhoog gekomen zijn, zelf omlaag te lopen. Door deze afdaling houden we mooi zicht op het Rotwand massief en hebben we ook prachtig uitzicht op de hogere pieken van de Alpen waar de eeuwige sneeuwvelden (rond 3400 meter hoge pieken) inmiddels zichtbaar zijn. Halverwege de afdaling zoeken we een stukje alpenweide uit de wind, vermoedelijk een rode skipiste in de winter. We hebben hier uitzicht op het massief en we verzorgen onze inwendige mens door de meegebrachte lunch op te peuzelen , en de uitwendige mens krijgt ook een shot vitamine door de heerlijke zon op onze snoet. Vergeten zijn de knikkende knieën, de angst voor de steilte en de angst om van het pad af donderen. Dit is ook genieten van het bergwandelen, gewoon op onze eigen manier en tempo dingen laten en andere dingen daarvoor in de plaats doen die even zoveel voldoening geven heerlijk. De te korte broek is heerlijk en blijkt nu prima te voldoen bij onze afdeling door de zonnige Alpen weides. Alles komt weer op z’n pootjes terecht.
De terugweg met de bus, duurt extreem lang, omdat we ervoor kiezen niet dezelfde weg terug te rijden, zijn we genoodzaakt om in plaats van 35km nu zo’n 70 kilometer extra te rijden. Ja de omgeving is mooi maar als we eenmaal door het dal richting Ora rijden zijn de Alpen weides minder uitgestrekt groen en mooi en hebben we het wel gehad met het rijden.
Eenmaal terug op de camping doe ik nog een zwemrondje en genieten we op onze zonnebedden aan het zwembad we van laatste Italiaanse zomerse temperaturen, in ieder geval voor dit stuk van de vakantie. We eten een heerlijke zelf gemaakte salade met stukjes tonijn en oosterse dressing en weer klauteren we als twee zeer tevreden mensen ons stapelbed in. Dekbed opgetrokken tot onze neuzen want het is flink koud geworden. Onder een stralende sterrenhemel vallen we binnen no time in slaap. Morgen breken we op en gaan we in twee etappes op huis aan.
Dit zijn terechte “passen op de plaats” en dan nog avontuurlijk genoeg