Zondag – reisdag naar Avignon
Eerst hebben we nog een plan, om per fiets naar Reims te gaan, omdat we de beroemde Kathedraal toch niet ongezien voorbij kunnen rijden, maar het regent nog steeds heftige pijpestelen, dus we gaan hem wel links van de snelweg laten liggen. We komen gewoon nog een keertje terug in deze Champagne streek om wat van die Champagne cultuur mee te krijgen. En route gaan we weer richting het zuiden want daar zou de zon schijnen. De weg wordt steeds drukker, we rijden langs grote Franse steden, Lijon, Valenciennes, door grote valleien onder andere het Rhone dal, we zien aan de linkerkant de contouren van de Alphen opdoemen. We besluiten als volgende pleisterplaats te stoppen in Avignon. Hier zijn we ooit als adolescenten, ongeveer 40 jaar geleden, op interail toer geweest, dus we gaan kijken of we nog iets van die stad terug herkennen. We gaan mikken op de camping op het eilandje in de Rhone, pal naast de brug van Avignon. Ze hebben plek, om 18.00 uur zijn we geïnstalleerd en stappen we op de fiets naar het stadje om te kijken of we ergens nog wat te eten kunnen vinden. Veel van de restaurants blijken volgens de informatie op het internet gesloten, maar op place Pie, bij de Hallen, treffen we een Thai aan, Pitaya, die heerlijk Thais eten serveert. Terwijl we aan het wachten zijn, begint het enorm te regenen, dus gaan we naar binnen om aldaar onze pad Thai en Thaise salade eten op te eten. De eerste regenbui lijkt voorbij, iemand waarschuwt voor noodweer dat in aankomst is, dus dat we beter kunnen afwachten, maar we wagen het er toch op. Onder begeleiding van heftige bliksemflitsen en gerommel fietsen we door het prachtige stadje door verlaten steegjes, als het ware voor de bui uit, terug naar ons eilandje, en komen gelukkig droog terug op de camping. We zijn nog niet binnen of er barst een enorme hoosbui los die een indrukwekkend kletterend geluid op onze dakramen veroorzaakt. We eten nog een bakje yogurt, drinken nog een theetje. De zoektocht naar beter weer gaat ons niet in de koude kleren zitten, gelukkig nog geen natte kleren opgelopen, wederom tuimelen we vroeg ons plafondbedje in. We zijn benieuwd wat de dag van morgen ons gaat brengen.