Kruispunt van Moezel en Rijn
We zijn vroeg ( 7.45) op pad omdat we vandaag in Koblenz terecht willen komen. Dat is ruim 700km rijden en geheel tegen onze tot nu toe gehanteerde principes dat we niet meer dan 300km per dag rijden, omdat je anders geen vakantie dag overhoudt. We eten alleen een koekje bij ons theetje en koffie en spreken af dat we gaan ontbijten als we ruim op de Brenner autobahn zitten. De weg naar de Brenner is barstensvol met vrachtauto’s, je vraagt ze af waar ze in vredesnaam vandaan komen, maar ook in Italië blijken vrachtauto’s van 22.00uur tot ochtends niet te mogen rijden vanwege Umweltschutz, mooi woord, zouden we bij ons ook wat vaker moeten gebruiken als reden om milieubelastende dingen te verbieden.
Bert rijdt het eerste stuk, en we moeten zelfs het kacheltje bijstoken omdat het ijskoud is in de auto. Buiten ligt er zelfs rijp op de weides, dus we hebben de eerste vorst aan de grond in onze vakantie meegemaakt, blij dat we niet in een tentje slapen maar in een stapelbed heel hoog boven de grond.
Dat stoppen is iets te optimistisch ingeschat omdat we Oostenrijk verlaten via de Fernpass, dat is nog een flink stuk door de bergen en door een enorm tunnel voordat we Duitsland binnen rijden. Om 11.00 zitten we in het zonnetje aan ons ontbijt. Ik doe de volgende etappe qua rijden. Dit is pas de tweede keer dat ik rij, want het is toch wel wennen om met een heel veel grotere en vooral ook zwaardere auto te rijden. Daarnaast ben ik zeker geen held in het rijden in de bergen en al helemaal niet met zo’n enorm groot bakbeest, op van die hele smalle bergweggetjes met haarspeldbochten. Als bijrijder vind ik al niet fijn, laat staan zelf rijden. Lange rechte stukken op de Duitse autobahn lijkt mij wel aardig af te gaan, alleen je wordt er hondsmoe van, omdat je permanent rekening moet houden met Duitsers die je met enorm hoge snelheden van de linkerweg helft proberen te duwen door dicht op je bumper te gaan zitten met hun knipperlicht aan. We hebben een voordeel met deze bus, we zijn heel veel groter en zwaarder dus we laten ons niet zo makkelijk aan de kant knipperen, maar wel vermoeiend dus. We leren het Europese wegennet en de gaten waar je door of over heen kunt bij de verschillende landen, dankzij mevrouw Google zelf weer ontdekken.
Het rijden gaat voorspoedig, de planning was om voor 17.00uur in Koblenz aan te komen. We krijgen twee keer de schrik van ons leven doordat er een bus en een vrachtauto zonder te kijken naar de linkerweg helft uitwijken om in te gaan halen, terwijl wij er rijden. De laatste keer moet bert vrij hard op de rem, ik ben net even aan het wandelen door de auto, dus dat was bijna een onvrijwillige lancering door de voorruit van mij geworden. Gelukkig liep het af met een blauwe plek en wat apparatuur dat door de bus heen was geslingerd; nu kunnen we erom grinniken maar op het moment zelf denk je toch even dat het een serieus ongeluk had kunnen zijn, waarbij ik toch de meeste klappen had kunnen oplopen. Niet leuk dus en weer een paar minnetjes erbij op het Duitsland als vakantieland lijstje.
Eenmaal op de camping aan de Rijn bij Koblenz met prachtig zachtgeel licht van de ondergaande zon, over het water en de reeds in herfstkleuren gestoken bossen aan de overkant, zijn de wonden weer gelikt en kunnen we genieten van al het moois, de roering op het water en het romantische plekje.