Bergen, campers, campers en nog eens campers!
Vroeg op pad, om ons af te melden van de camping in München, moeten we in een eindeloos lange rij achteraan sluiten, omdat de vroege oktoberfest(ival) gangers al met busladingen worden aangevoerd. Wat een feest om om 8.00uur in de ochtend net uit het vliegtuig met je rolkoffertje verplaatst te worden naar een camping terrein waar in ieder geval je koffer niet in het twee persoonstentje past en als het tegen zit jijzelf ook niet omdat ze de koepeltenten met de zijnaden op elkaar hebben laten aansluiten zodat er zoveel mogelijk tentjes op een veldje passen. Wat een feest zal dat worden. Maar als er genoeg gefeest wordt dan kom je überhaupt niet in je bed, dus dan gelden al de hierboven opgesomde bezwaren in het geheel niet. We zien dat eveneens vertrekkende campinggasten met hun nummerplaat naar de receptie en roepen dat ze hun ID terugwillen. Dus ik stap ook uit de rij, immiteer dit gedrag en het werkt: om half negen rijden we van de camping af richting Italië.
Wij zijn blij dat we dit festival gedruis gaan ontlopen en hebben onze nieuwe droom voor ogen een Alpen weitje met een beekje en een skilift omhoog zodat we naar beneden kunnen wandelen. Het eerste stuk naar de Brennerpas loopt zeer voorspoedig, maar dan moeten we de Junlauen pas (2024m) over. Een enorm slechte weg, slecht geworden door horde wintersporters die alleen met sneeuw kettingen hoog kunnen komen, waar vandaag hordes motorrijders een wedstrijd doen wie het snelste boven is.
De enkele fietser die we tegenkomen, associëren we met Steef, 22 km lang een stijgende helling naar een pas op, dat is wat hij voor de lol toch zeer regelmatig doet. Wij moeten er in deze hitte, met deze langs scheurende motorrijders, niet aan denken, ik krijg alleen van langs komende afgronden al een knoop in mijn mijn maag , maar des te meer respect hebben wij voor die eenzame fietser die dat ellenlange stuk nog met spierkracht en doorzettingsvermogen op moet fietsen.
Gelukkig hebben wij een goede motor in dit campertje zitten dus we komen met gemak omhoog, maar om nou te zeggen dat ik geniet van dit omhoog rijden nou nee. Boven op de pas eten wij een boterhammetje, maken prachtige foto’s van het dal waar we uit gekomen zijn en zijn vol verwachting van het volgende dal. Het is het Passeier tal waar we een hele mooie camping hebben gevonden. Het dal is fantastisch, de bergen zijn hoog en indrukwekkend , er lopen veel liften en het weer is fenomenaal. Kortom wij hebben in onze naïviteit gedacht dat wij in het Hollandse naseizoen gewoon elke camping op kunnen rijden en onze droom naleven; niets blijkt minder waar, al die bovenstaande superlatieven zorgen voor massa’s Italianen met campers, grote hordes met Duitsers met campers en ja dan is er geen plaats meer voor een enkele Nederlandse camper pffff. Wat een teleurstelling. We proberen de parkeerplaats bij de ski liften maar daar is het expliciet verboden om te camperen durven we dat dan wel? Nou eigenlijk allebei niet dus, we besluiten om buiten dit dal te gaan kijken.
Zo vroeg als we weg waren, inmiddels is het half vier en zoeken we koortsachtig op onze telefoon een slaapplek voor de nacht. Hoe moelijk kan dat zijn, hoe avontuurlijk zijn we dan eigenlijk? Niet echt avontuurlijk, anders zet je je campertje gewoon ergens neer en riskeer je een bon, maar nee. Dankzij booking.com vinden we uiteindelijk een kamer in een hotel in het dal er naast, het Sarntal. Dit dal was ons eerste doel, maar daar waren we vanaf geweken omdat er geen campings waren. Dit dal is precies wat wij ons voorgesteld hadden bij de bergen, rustig kabbelende beekjes, zeer uitgestrekte weides, en koeiebellen in de verte. Tsja wel veel rustiger dan het vorige dal, maar geen campings, dus ook geen campers en veel minder liften. Dus de hotel kamer, in hotel Bergerhof in Reinswald, is een extraatje, aan een mooie groene Alpen weide, volgens de beschrijving vlak bij een lift omhoog, dat gaan we morgen dan uitvinden. De kamer is waanzinnig groot er staan vier bedden in en het oppervlak is drie keer zo groot, als onze camper, met een balkon dat uitkijkt op de dak van ons busje en over de Alpen weide. De donkerte en de stilte is alomvattend, schrijvend op het balkon, na een heerlijke douche is ook weer een mooie ervaring.
Het hotelmeisje vraagt ons of we willen dineren, maar wij hebben in de ochtend uitgebreid inkopen gedaan voor ons avondeten. Dus we zeggen dat we zelf ons eten bij ons hebben. Uiteindelijk tuigen we om 19.00 uur naar ons campertje, al borrelend, snijden we de ingrediënten en koken een heerlijke maaltijd. Wij zitten dus te smikkelen van een Mexicaanse bonen schotel, in ons campertje naast de eetzaal waar het ganse hotel zich tegoed doet aan wienerschnitzels. Te gek voor woorden, maar wel grappig dat we op deze manier in ieder geval nog een beetje camperleven hebben naast de enorme luxe van krakende lakens en een heel groot bed, waar we gewoon op kunnen ploffen zonder klauter partijen. We gaan ervan genieten en hebben er zin in om morgen de bergen te gaan bewandelen.
Voor het eerst gekeken en gelezen, big smile bij het lezen, erg leuk. Liefs van Marlon